汤姆.索亚历险记

De lotgevallen van Tom Sawyer

   第三十章

   HOOFDSTUK XXX.

   星期天早上天刚刚有点蒙蒙亮,哈克就摸上山,轻轻地敲着老威尔斯曼家的门。里面的人还在睡觉,可是由于夜里那桩惊人的事情,大家变得十分警惕,窗户里传出了一句问话:

   Zondagochtend voor dag en dauw kroop Huck reeds den berg op en klopte aan de deur van den ouden boschwachter. De huisgenooten lagen nog te bed en sliepen een hazenslaap, tengevolge van de spanning waarin zij een gedeelte van den nacht hadden doorgebracht. Een stem riep uit een raam:

   “是谁呀?”

   "Wie is daar?"

   哈克有点惊魂未定低声答道:

   Huck antwoordde verschrikt, op zachten toon:

   “请让我进去吧!是哈克·费恩呀!”

   "Laat mij, als 't u blieft, binnen. Het is niemand dan Huck Finn."

   “哦,是你呀,只要你来,白天、黑夜都欢迎你!”

   "Dat is een naam voor welken de deur dag en nacht open staat!--Wees welkom!"

   这个流浪儿以前从没听过这样的话,这也是他有生以来听到的最快乐的话。他想不起来以前有没有人对他说过“欢迎”一词。门锁很快打开了,他走了进去。主人让哈克坐下,老人和两个大高个孩子很快穿好衣服。

   Dit waren vreemde woorden in de ooren van den jeugdigen vagebond en de liefelijkste die hij ooit had vernomen. Hij herinnerde zich niet de twee laatste immer gehoord te hebben. De deur werd haastig ontsloten en de knaap trad binnen. Men gaf hem een stoel, en de oude man en zijne zonen kleedden zich in aller ijl aan.

   “喂,好家伙,我想你一定饿极了。太阳一出来,早饭就好了,咱们可以吃上一顿热气腾腾的饭,你尽管放心吧!我和孩子们指望你昨晚到我的家来过夜呢。”

   "Nu, mijn jongen, ik hoop dat gij een goeden eetlust hebt meegebracht, want wij gaan ontbijten zoodra de zon opkomt, en 't zal een brandend zonnetje zijn ook. Ik en de jongens hoopten al dat ge gisteren hier zoudt zijn teruggekeerd en in ons huis zoudt geslapen hebben."

   “我吓得不得了,”哈克说,“我跑了,一听见枪响我就跑了。一口气跑出去有三英里。你瞧,我回来是想问问情况,乘天没大亮来是怕碰上那两个鬼东西,死也不愿碰上。”

   "Ik was zoo vreeselijk geschrikt," zeide Huck, "en ik heb het op een loopen gezet. Ik rende weg zoodra de pistolen afgingen, en ik holde drie mijlen ver voort, en ik ben nu gekomen omdat ik er iets van weten wou. Ik kom voor het daglicht, omdat ik de duivels niet graag tegen het lijf zou loopen, zelfs al zijn ze dood."

   “嗯,可怜虫,看上去昨晚的事情确实让你受了不少苦——吃完早饭后,这里有张床铺,你可以睡上一觉。那两个家伙还没死,孩子,真不随人愿。你瞧,我们照你说的,知道该在什么地方对他们下手,所以我们踮着脚走到离他们只有十五英尺的地方——可那绿树丛黑的像个地窟——而这时我觉得要打喷嚏,真是倒霉透了!我想憋住,可不管事,结果打了个喷嚏!我是端着枪走在头里的,我惊动了那两个坏蛋,他们沙沙地钻出小路往外走,我大声说,‘孩子们,开火!’ 对着沙沙声的地方就放了一阵子枪,孩子们也开了枪,可那两个恶棍却溜了,我们穿过树林一直追过去,我想我们根本没打着他们。他们跑的时候也都放了枪,子弹从我们身边嗖嗖地飞过去却没有伤着我们。他们跑远了,我们就没有再追上去,只是下山去叫醒了警官。他们调集了一队人马,部署在河岸上,担任守卫工作。等天亮后,警长还亲自带一帮人到森林去搜查。我的两个儿子也要跟他们一起去搜查。我很想知道那两个家伙是什么模样,这样搜查起来要好办些。可是孩子,我想晚上天黑你也没看清他们长相,对吗?”

   "Wel, arme jongen, je ziet er uit alsof je een akeligen nacht gehad hebt,--maar hier staat een bed voor je, wanneer je ontbeten hebt. Neen, zij zijn niet dood, jongen;--dat spijt ons genoeg. Wij wisten, door jouw beschrijving, waar wij de hand op hen moesten leggen. Wij kropen op de teenen voort, totdat wij omstreeks vijftien pas van hen verwijderd waren--en 't pad der sumakboomen was zoo donker als een kelder--en juist toen voelde ik dat ik moest niezen. 't Was bitter ongelukkig; ik trachtte het in te houden, maar 't hielp niet: het wilde komen en het kwam. Ik liep vooruit met opgeheven pistool en toen het genies de schurken verschrikt uit het bosch deed opspringen, riep ik: 'Vuur jongens!' en schoot in de richting, waar het geritsel vandaan kwam. En dat deden de jongens ook, maar de schelmen waren in een ommezien weg en wij holden hen in het bosch achterna. Ik geloof, dat wij hen niet eens geraakt hebben. Toen wij stilhielden, schoten zij op ons, maar hunne kogels sisten langs ons heen, zonder ons te deren. Zoodra wij het geluid hunner voetstappen niet meer hoorden, gaven wij de jacht op en gingen naar de stad om de politie roepen. Deze riep de gewapende macht bijeen en hield de wacht langs den oever der rivier, en zoodra het licht wordt, zal de sherif met zijne kornuiten de bosschen doorkruisen. Mijne jongens zullen meegaan. Ik wou, dat wij de rekels zoo wat konden beschrijven;--dat zou heel wat helpen. Maar gij kondt zeker in het duister niet zien hoe zij er uitzagen, hé?"

   “不,我在镇上见过他俩,还跟踪过他们。”

   "O, jawel, ik heb ze door de stad zien gaan en ben hen gevolgd."

   “太棒了!说说看——孩子——说出他们的特征来!”

   "Prachtig! Beschrijf ze dan, beschrijf ze dan, mijn jongen."

   “一个是又聋又哑的西班牙人,有一两次他来过这里,另外一个长相难看,衣衫褴褛——”

   "De eene is de doofstomme Spanjaard, die een paar malen hier geweest is en de andere is een kerel met een gemeen gezicht, in lompen."

   “孩子,这就够了,我们认识那两个家伙。有一次在寡妇家后面的树林中碰到过,他们却偷偷溜掉了。快去吧,孩子们,去告诉警长——明天早晨再吃早饭吧!”

   "Genoeg, jongen! Wij kennen de kerels. Wij zijn ze een dag of wat geleden, achter in de bosschen van de weduwe Douglas tegengekomen en zij kropen voor ons weg. Er uit, jongens, naar den sherif.--Morgen komt er weer een dag om te ontbijten."

   威尔斯曼的两个孩子立即动身出发。他们走出屋子时,哈克跳起来,大声说道:

   De zonen van den boschwachter vertrokken dadelijk. Toen zij de kamer uit waren, sprong Huck op en riep uit:

   “喂,请你们千万别对任何人讲是我走漏的风声!啊,千万千万不要说是我!”

   "O, vertel als het u blieft aan niemand, dat ik ze op het spoor ben gekomen! O, als het u blieft niet."

   “好,你不让说,就不说,可你总该让人家知道你的功劳呀!”

   "Heel goed, Huck, als gij dat verkiest; maar gij moest eigenlijk de eer hebben van 't geen gij gedaan hebt."

   “不不不,请不要讲!”

   "O, neen, neen! Zeg het als het u blieft niet."

   两个年青人走后,威尔斯曼老人说:

   “他们不会说出去,我也不会的。可你为什么不愿让人知道呢?”

   "Neen," antwoordde de boschwachter, "de jongens zullen het niet zeggen--en ik ook niet. Maar waarom wilt gij het niet weten?"

   哈克没别的理由,他只是说他认识其中一人,不想让那人知道是他本人在和他作对,否则肯定要送命的。

   Huck wilde zich niet verder uitlaten en zeide alleen, dat hij een der beide mannen goed kende en dat hij bang was dat die man te weten zou komen, dat hij iets kwaads van hem wist, daar hij hem dan zeker zou vermoorden.

   老人再次表示要替他保守秘密,说道:

   De oude man beloofde nogmaals te zullen zwijgen en zeide:

   “孩子,你怎么会盯梢他俩呢?是不是他们可疑?”

   "Hoe zijt gij er toch toe gekomen om deze kerels te volgen, jongen? Zagen zij er verdacht uit?"

   哈克没作声,心里却在精心编造,好回答他提出的问题。 他说:

   Huck zweeg en bedacht zich even, om naar een voorzichtig antwoord te zoeken. Toen zeide hij:

   “您瞧,我是个无可救药的坏家伙,至少大伙是这么说我的,我也不觉得委屈——有时为了想这个问题,好改一改自己,结果弄得睡也睡不着,昨天晚上就是这样。我睡不着,大约午夜时来到街上,想着这件事,后来走到禁酒的客栈旁那个老砖厂时,我就靠在墙上又在想这桩事情。嘿,真巧这时那两个家伙悄悄从我身边溜过,腋下夹着东西,我想一定是偷来的。一个家伙抽着烟,另外一个要接火。他俩就停在我前边不远,雪茄烟的火光照亮了他们的脸。借着火光,我认出了那个长白胡子、眼睛上戴着眼罩的家伙是又聋又哑的西班牙人,另外一个家伙,有点迂腐,衣衫褴褛。”

   "Wel, ziet gij, ik heb een hard lot,--ten minste dat zeggen de lui--en ik kan er niets aan doen--en soms kan ik niet slapen, omdat ik er zoo lang over lig te denken en op middelen zin om er een eind aan te maken. Dat deed ik juist gisteren-nacht. Ik kon niet slapen en ging daarom tegen middernacht de straat op, om er nog eens over te denken, en toen ik bij dien ouden, wrakken steenoven kwam bij de Matigheidsherberg, ging ik met mijn rug tegen den muur staan. Juist op dat oogenblik slopen die twee kerels mij voorbij, met iets onder den arm, 't welk ik vermoedde dat zij gestolen hadden. De een rookte en de ander nam een zwavelstok, om zijn sigaar op te steken. Zij hielden vlak voor mij stil en hunne sigaren verlichtten hun 't gezicht, en ik zag aan de witte bakkebaarden en den lap op zijn oog, dat 'de lange' de doofstomme Spanjaard en dat de andere een havelooze, gemeene duivel was."

   “雪茄的火光能让你看清他衣衫褴褛吗?”

   "Kondt gij bij het licht der sigaar zien, dat hij er gemeen in de kleeren uitzag?"

   这一问倒一下子难住了哈克。过了片刻后,他又说:

   Die vraag bracht Huck een oogenblik van zijn stuk. Toen hernam hij:

   “嗯,这不太清楚——不过我好像是看清了。”

   "Dat weet ik zoo niet--maar, ik geloof het toch wel."

   “然后他们继续往前走,而你——”

   "Toen gingen zij voort, en gij....?"

   “对,跟在他们后面,是这样的,我想知道他们要干什么坏事——他们那样偷偷摸摸的,实在有点不对劲。我一直跟到寡妇家院子的阶梯那里,站在黑暗里听见一个人在替寡妇求饶,可那西班牙佬发誓破她的相,就像我告诉您和您那两个……”

   "Ik volgde hen. Ja, dat deed ik. Ik wou eens zien waar zij heen slopen. Ik speurde het na tot aan 't hek bij de weduwe en bleef in het duister staan en hoorde den havelooze smeekend vragen, om medelijden met de weduwe te hebben, en den Spanjaard zweren, dat hij haar neus kapot zou snijden en haar ooren kerven, juist zooals..."

   “什么,这些是那个又聋又哑的西班牙人说的!”

   "Wat! zeide de doofstomme man dat alles?"

   哈克又犯了一个大错误!他一直不想让老人知道——哪怕是一点点——西班牙人的情况,尽管他十分小心,可那张舌头就是不听话,似乎有意给他添麻烦,他几次都想摆脱窘境,可老人盯着他,结果弄得他一次又一次露了马脚。随后老人说:

   Huck had weder een verschrikkelijken flater gemaakt. Hij deed al zijn best om den ouden man niet te laten merken wie die Spanjaard was, en toch scheen zijn tong het er op gezet te hebben hem er in te laten loopen. Hij deed zijn uiterste best om zich uit deze moeielijkheid te redden, doch de oude man keek hem strak in het gezicht en de knaap maakte het eene abuis na het andere. Eindelijk zeide de boschwachter:

   “孩子,别怕我。我不会伤害你一根头毛。相反我要保护你。这个西班牙人既不聋也不哑,你无意中说了出来,现在瞒也来不及了。你了解那个西班牙人的一些情况,你想隐瞒?相信我——告诉我吧!请相信我——我不会翻脸不认人的。”

   "Jongen, wees niet zoo bang voor mij; ik zou voor al het geld van de wereld geen haar van uw hoofd willen krenken. Neen, ik zal u beschermen,--dat zal ik. Deze Spanjaard is niet doofstom: gij hebt u dat onwetend laten ontvallen; gij kunt het niet weder intrekken. Gij weet meer van den Spanjaard. Vertrouw mij; zeg mij wat het is. Ik zal u niet verraden."

   哈克看了看老人那双真诚的眼睛,过了片刻弯过身去,对着老人低声耳语道:

   Huck zag den ouden man een oogenblik in de eerlijke oogen, boog zich toen over hem been en fluisterde hem in 't oor:

   “那不是西班牙人,是印第安·乔啊!”

   "Het is geen Spanjaard; het is Injun Joe."

   威尔斯曼听后差点从椅子上跳起来,片刻后他说:

   De boschwachter viel van schrik bijna van zijn stoel en zeide:

   “现在事情全明白了。你当时说什么撕开鼻子,把耳朵弄个缺口之类的事情,我当时还以为是你自己故意编出来的,白人们报仇不会这样做的。可这事是涉及到印第安·乔,那就完全不同了。”

   "Nu is mij alles duidelijk. Toen gij spraakt van ooren kerven en neuzen opensnijden, dacht ik, dat gij er dit bij hadt gemaakt, omdat blanken nooit op deze wijze wraak nemen. Maar een kleurling! dat is heel wat anders."

   吃早饭时,他俩继续谈论那事,谈话中老人说上床睡觉前,他和儿子们做的第一件事情是提着灯到阶梯附近看看有没有血迹,结果血迹没看见,倒找到了一大捆子——。

   Zij praatten al ontbijtende voort en in den loop van het gesprek zeide de oude man, dat het laatste wat hij en zijne zonen gedaan hadden eer zij naar bed gingen, was geweest een lantaarntje nemen en in de buurt van het hek zoeken, of zij ook sporen van bloed ontdekten. Zij vonden er echter geene, maar wel een grooten bos...

   “一捆什么?”

   "Wat?"

   这几个字,就像闪电一般快地从哈克嘴中突然脱口而出,他显得很吃惊,嘴唇发白。他眼睛瞪得溜溜圆,张着口在等回答。威尔斯曼吃了一惊——瞪着哈克——三秒——五秒——十秒——然后答道:

   Indien de woorden een bliksemstraal geweest waren, konden zij niet met meer verpletterende snelheid aan Hucks bleeke lippen zijn ontsnapt. Zijne oogen stonden strak en zijn adem stokte, toen hij naar een antwoord wachtte. De boschwachter schrikte, zag hem een paar seconden zwijgend aan en zeide toen:

   “是强盗作案工具。唉,你怎么了?”

   "Breekijzers. Maar, wat scheelt u?"

   哈克一下子放松下来,微微喘着气,有一种说不出的如释重负感,威尔斯曼严肃地看着他,显得迷惑不解,然后接着说:

   Huck zonk achterover en haalde zacht en onuitsprekelijk dankbaar adem. De boschwachter zag hem weder aan en hernam:

   “是啊,那是捆强盗作案的工具。你好像放心多了。可你刚才怎么突然变了色!你以为我们找到了什么?”

   "Ja, breekijzers. Dat schijnt u een pak van 't hart te nemen. Maar waarom verschriktet gij zoo? Wat dacht gij, dat wij gevonden hadden?"

   哈克被逼问得够呛——老人用质疑的眼光盯着他——他真愿用一切来换一个似乎能站住脚的答复——可就是想不出来怎么说好——质疑的眼睛盯得他入骨三分——他不知不觉地想出了理由——这由不得他再三斟酌。于是,他硬着头皮,捏着嗓子说:

   Huck zat in een benauwd hoekje; de vragende oogen waren op hem gericht; hij zou alles gegeven hebben, indien hij een aannemelijk antwoord had kunnen vinden. Maar niets deed zich voor. Het vragend oog doorboorde hem al dieper en dieper.--Daar schoot hem een allerdwaast antwoord in. Er was geen tijd om te overwegen, dus mompelde hij op goed geluk:

   “主日学校用的教材,也许是的。”

   "Ik dacht, boeken van de zondagsschool."

   可怜的哈克显得十分难过的样子,不苟言笑,可老人却开怀大笑,笑得浑身上下直发抖。最后,他还说这种大笑就等于到手的钱,因为笑口常开无病无灾。他接着补充道:

   De arme knaap was te beangst om zelfs te kunnen glimlachen,--doch de oude man lachte luid en vroolijk, schudde Huck door elkander en eindigde met te zeggen, dat zulk een lach goud waard was, omdat deze het geld voor den dokter in den zak hielp houden. Toen voegde hij er bij:

   “可怜的小伙子,你脸色发白,气色不正,怪不得,你有点发飘,站不稳。不过会好起来的,我想你只要休息休息,睡睡觉,就好了。”

   "Arme jongen, je ziet er bleek en vermoeid uit. Je bent niet wel. Geen wonder dat je hersenen wat verward zijn. Maar je zult er wel bovenop komen. Rust en slaap zullen je, hoop ik, wel weder in orde brengen."

   哈克一想到自己是只笨鹅,激动得差点露出马脚,他不免有些懊恼。自他在寡妇家的阶梯处听到那两个家伙说话后,就不再认为从客栈中拿出来的包裹里有财宝。不过这只是他的猜想,可他并不晓得——里面确实没有财宝——结果在老人提及一捆东西时,他就沉不住气了。不管怎么说,他还是挺高兴的,至少他现在知道“这捆”毫无疑问不是他要的“那捆”,这下他心里十分高兴,舒服极了。实际情况也都在朝他希望的方向发展。那财宝一定还在二号里,那两个家伙当天会被捉住,关到牢里去,而他和汤姆晚上会不费吹灰之力,就弄到那些金子,根本用不着担心会有人来打搅。

   Huck was boos op zich zelven, dat hij zoo dom was geweest, zich door zulk eene verdachte verlegenheid te verraden, want hij had, zoodra hij het gesprek bij het hek had afgeluisterd, het denkbeeld laten varen dat het pakje, 't welk zij uit de herberg hadden medegebracht, de schat was. Hij had althans maar gedacht, doch niet geweten dat het de schat niet was, en vandaar dat de mededeeling van den buitgemaakten bundel te prachtig was om er zijne tegenwoordigheid van geest bij te blijven bewaren. Alles te zamen genomen evenwel, was hij blijde dat deze kleine episode had plaats gehad, want nu wist hij stellig en zeker, dat deze buit de schat niet was en dus kwam zijn gemoed tot rust en voelde hij zich grootelijks verruimd. Ja, waarlijk, alles scheen thans naar de juiste richting te drijven: de schat moest nog op "nummer twee" zijn; de mannen zouden dien dag gepakt en in de gevangenis gezet worden en hij en Tom zouden morgen-nacht, zonder moeite en zonder vrees voor stoornis, het geld in beslag nemen.

   早饭刚吃完,就有人来敲门。哈克跳起来找藏身的地方。他不想让任何别的人把他和最近发生的事情联系起来。威尔斯曼让几个女士和绅士进了门,道格拉斯寡妇也来了。老人还看见有一群人正在往山上爬——以便好看清楚那阶梯,原来人们已经知道这事了。 老人只好把晚上发生过的情况向在坐的人讲了一遍。寡妇因免遭迫害,也痛痛快快地把她的感激之情说了出来。

   Juist toen het ontbijt was afgeloopen, werd er op de deur geklopt. Hij sprong op om eene schuilplaats te zoeken, want hij had geen lust om zelfs in de verste verte met de gebeurtenis van den vorigen nacht in verband te worden gebracht. De boschwachter liet verscheidene dames en heeren binnen, onder welke de weduwe Douglas, en hij bemerkte dat heele zwermen den heuvel beklommen, om het hek te bekijken. Het nieuws had zich dus verspreid. De boschwachter moest zijnen bezoekers de geschiedenis van dien nacht vertellen. De weduwe kon geen woorden vinden on hare dankbaarheid voor hare bescherming uit te drukken.

   “夫人,别提这事了,还有一个人比我和孩子们做得更多,更值得你感谢。不过他有言在先,不让我说出他的名子,要不是他,我们不会到你那里去。”

   "Spreek er niet van, mevrouw," zeide de boschwachter. "Er is een ander, aan wien gij meer verplicht zijt dan aan mij en aan mijne jongens. Maar deze wil zijn naam niet genoemd hebben. Wij zouden daar nooit geweest zijn, indien hij ons niet gewaarschuwd had."

   大家的好奇心一下子转到了这方面,但老人守口如瓶,只让大家牢牢地记住这事,再由他们传遍全城,可就不说出这人是谁。寡妇知道了一切后说:

   Natuurlijk wekte dit eene mate van nieuwsgierigheid op, die de hoofdzaak in de schaduw stelde; doch de boschwachter liet de bezoekers in het onzekere en door hen werd deze tijding door de geheele stad gebracht. Toen zij al het overige vernomen had, zeide de weduwe:

   “我上床睡觉,在床上看书,外面吵吵闹闹我却睡着了。你们怎么不来把我叫醒?”

   "Ik heb in bed liggen lezen en ben zoo in slaap gevallen en heb niets van het leven gehoord. Waarom hebt gij mij niet wakker gemaakt?"

   “我们觉得没那必要,那些家伙不可能再回来,——他们没了作案工具。叫醒你,把你吓个半死又何必呢?后来我派了三个家奴守着你的房子,一直守到天亮。他们刚才回来。”

   "Wij dachten, dat het niet noodig was. De kerels zouden waarschijnlijk niet terugkomen. Zij hadden geen gereedschap om mede te werken; en waartoe zou het dienen u te wekken en u doodelijk te doen ontstellen? Mijne drie zwarte knechts hebben den ganschen nacht voor uw huis de wacht gehouden. Zij zijn juist teruggekomen."

   来的人越来越多,老人一遍又一遍地对大家讲晚上发生的事情,花了有两个多小时才算结束。

   Er kwamen hoe langer hoe meer bezoekers en de geschiedenis moest een paar uren lang aanhoudend verteld en oververteld worden.

   走读学校放假,主日学校也不上课,可是去教堂的人却很早就到了。那桩惊人的事情已经是满城风雨。有消息说,那两个坏蛋现在连影子都见不着。做完布道,法官撒切尔的夫人同哈泼夫人一道随着人群顺着过道往外走,边走边说:

   In de vacantie was er geen zondagsschool, maar men ging wat vroeger naar de kerk. De ontrustbarende gebeurtenis werd daar dien morgen behoorlijk uitgeplozen en iedereen kon vernemen, dat er nog geen taal of teeken van de schelmen ontdekt was. Toen de kerk uitging, liep mevrouw Thatcher toevallig naast juffrouw Harper, die met de schare het Godshuis verliet, en zeide:

   “我那贝基难道要睡一整天不成?我料到她累得要命。”

   "Slaapt mijn Becky den heelen dag? Ik dacht wel, dat zij erg vermoeid zou zijn."

   “你的贝基?”

   "Uwe Becky?"

   “对呀,”法官太太看上去很吃惊,“昨晚她不是和你住在一起的吗?”

   "Ja," zeide de ander met een verschrikt gelaat. "Heeft zij van nacht dan niet bij u gelogeerd?"

   “和我住的,不,没有。”

   "Wel neen."

   撒切尔太太脸色发白,瘫坐在一把椅子上。这时波莉姨妈从她身旁走过,愉快地边走边和朋友聊着。 波莉姨妈说:

   Mevrouw Thatcher werd bleek en viel op eene bank neder, juist toen tante Polly, in een levendig gesprek met eene oude vriendin, haar voorbijging. Tante Polly zeide:

   “早晨好,撒切尔太太,早晨好,哈帕太太,我家那个鬼小子人不见了。我想我那个汤姆昨晚住在你们家中——不知是在你们哪一家。他现在不敢来教堂做礼拜。我得和他算帐。”

   "Goeden morgen, mevrouw Thatcher; goeden morgen, juffrouw Harper. Ik mis een van mijne jongens. Tom is zeker van nacht aan uw huis blijven slapen en durft nu niet in de kerk komen, niet waar? Ik zal weer een appeltje met hem te schillen hebben."

   Mevrouw Thatcher schudde het hoofd en werd nog bleeker.

   “他没在我们这儿住过。”哈帕说着,看上去显得有些不安,波莉姨妈脸上明显地露出了焦虑的神色。

   "Hij is niet bij ons geweest,'" zeide juffrouw Harper, met een verontrust gelaat. Ook tante Polly werd angstig.

   “乔·哈帕,你早上看到我家汤姆了吗?”

   "Joe Harper, heb je mijn Tom van morgen al gesproken?"

   “没有,大婶。”

   "Neen, juffrouw."

   “什么时候你最后见过他?”

   "Wanneer heb je hem het laatst gezien?"

   乔竭力在想,可说不准。往教堂外走的人现在都停下了脚步。到处窃窃私语,人人脸上露出不祥的焦虑。大人们迫不及待地询问孩子们和老师们。他们都不敢肯定汤姆和贝基是否上了回程的船;当时天黑,没人想到问一问人是否全到齐了。有个年青人突然说他们仍在山洞里,撒切尔夫人当即晕了过去,波莉姨妈捶胸顿足地放声大哭。

   Joe trachtte zich dit te binnen te brengen, maar hij herinnerde het zich niet. De kerkgangers bleven met bedrukte gezichten staan kijken; er ontstond een geheimzinnig gefluister, en onrust teekende zich op ieders gelaat. De kinderen en de onderwijzers werden angstig ondervraagd, doch niemand had er op gelet of Tom en Becky aan boord van de stoomboot waren, toen zij naar huis voeren. Het was zoo donker, en men had er niet aan gedacht om te vragen, of er ook een gemist werd. Een der aanwezige jongelieden liet zich ontvallen, dat hij vreesde dat ze nog in de grot waren! Bij deze veronderstelling viel mevrouw Thatcher dadelijk in onmacht en tante Polly begon te schreien en hare handen te wringen.

   这个惊人的消息一传十,十传百,弄得大街小巷家喻户晓,不到五分钟的工夫,大钟疯了似地噹噹直响,全镇的人都行动起来。卡第夫山事件随即显得没有多大意义,盗贼的事也摆到了一边去。大家套上马鞍,给小船配好划手,叫渡船出发,不到半个时辰,全镇就有二百多个人潮水般顺着公路和河流向山洞涌去。

   In een oogenblik ging de noodkreet van mond tot mond, van groep tot groep, van straat tot straat, en binnen vijf minuten luidde de noodklok met woesten klank en was de gansche stad in rep en roer. De gebeurtenis te Cardiff Hill zonk dadelijk in het niet; de inbrekers waren vergeten. Paarden werden gezadeld, schuitjes bemand, de stoomboot werd uitgezonden, en eer de vreeselijke tijding een half uur oud was, waren er tweehonderd man in vaartuigen of te voet op weg naar de grot.

   那天下午,林子里好像什么也没有,一片沉寂。许多妇女去看波莉姨妈和撒切尔夫人,想安慰她俩,结果大家一齐骂个不停,这要比安慰人的话更顶用。这一夜全镇显得十分沉闷,大家都在等消息;但当黎明最后来临时,所有的消息都是一句话:“再送些蜡烛去——送些吃的。”

   In den namiddag was de stad als uitgestorven. Vele dames kwamen tante Polly en mevrouw Thatcher bezoeken en zochten haar te troosten. Zij schreiden met haar, en dat deed de bedroefden nog meer goed dan hare woorden. Den ganschen langen nacht wachtte men op tijding, en toen de dag eindelijk aanbrak, kwam er niets dan de boodschap: "Zend meer kaarsen en meer voedsel." Mevrouw Thatcher was bijna krankzinnig van angst, en tante Polly ook. De heer Thatcher zond nu en dan bemoedigende boodschappen uit de grot, doch dezen brachten weinig troost.

   撒切尔夫人几乎神经失常,还有波莉姨妈也是。撒切尔法官从洞中派人传来令人鼓舞的好消息,可这一点也不能引起大家的兴致。天快亮时老威尔斯曼回了家,他浑身滴满蜡烛油,蹭满泥土,差点累得精疲力竭。他看见哈克仍睡在那张床上,烧得昏过去。医生们都去了山洞,因此道格拉斯寡妇来负责照看他。她说她对他一定会尽全力,哈克是好孩子还是坏孩子,或者不好不坏,那是另一回事,但他属于上帝,上帝的任何东西都应该受到重视。威尔斯曼说哈克有优点,寡妇说:

   De oude boschwachter kwam tegen het aanbreken van den dag, met kaarsvet besmeerd, met modder bespat en doodmoede tehuis. Hij vond Huck nog in het bed, dat hij voor hem had gereedgemaakt. De knaap lag in ijlende koorts. De dokters waren allen naar de grot en dus nam de weduwe Douglas de zorg voor den patiënt op zich. Zij zeide dat zij voor hem doen zou wat zij kon, omdat, 't zij hij goed was of slecht, hij des Heeren was, en niets wat den Heer toebehoorde, mocht veronachtzaamd worden. De boschwachter verklaarde, dat Huck nog zoo'n slechte jongen niet was, waarop de weduwe antwoordde:

   “的确如此,那就是上帝给他留下的记号,上帝从没有放弃给人留下良好的记号,凡经他手的人,都有良好记号。”

   "Dat spreekt vanzelf. Dat is de stempel des Heeren; deze kan niet uitgewischt worden. God doet dat nooit, maar drukt Zijn merk op elk schepsel, dat uit Zijne hand komt."

   还没到下午,三三两两的人拖着疲惫的身体回到林里,那些身强力壮的人还在山洞里搜索。传来的消息只是说以前山洞里没人去过的地方,现在大家都在搜,就连一个角落,一处裂隙都要彻底地过一遍,错综复杂的迷宫中人们钻来钻去,老远就能看见到处灯光摇曳,喊声、枪声回荡在阴森可怖的通道里。有个地方,一般游客很少去,人们发现贝基和汤姆的名字用蜡烛烟熏在石壁上,不远处还有一截油乎乎的发带,撒切尔夫人认出这是贝基的东西,痛哭流涕。她说这是她女儿留给她的最后一点遗物,再也没有什么别的想头比这更宝贵,因为当那可怕的死亡降临时,这件东西最后离开她的孩子。有人说洞里远处的地方不时有微光闪动,然后就是大喊大叫声,接着一二十个男人排着队钻进声音荡漾的通道——结果照例是空欢喜一场,孩子并不在那里,亮光原来来自搜寻人的灯光。

   Vroeg in den middag kwam het meerendeel der St. Petersburgers, die uitgegaan waren om te zoeken, doodelijk vermoeid in de stad terug, doch de sterksten onder de burgers zetten het onderzoek voort. De eenige tijding die zij meebrachten was, dat men bezig was een verwijderd gedeelte van de spelonk te doorzoeken, waarin nooit menschelijke voetstappen waren doorgedrongen, en dat elke hoek en spleet zou worden nagespeurd. Verder, dat door den ganschen doolhof, lichten her- en derwaarts flikkerden en de doffe klank van pistoolschoten door de sombere gewelven weerkaatste. Op eene plaats, ver van het gewoonlijk door de toeristen bezochte gedeelte, had men de namen "Becky" en "Tom" met kaarssnuitsel op een rotsachtigen muur gevonden en vlak daarbij een met vet besmeerd stukje lint. Mevrouw Thatcher herkende het lint en schreide er bittere tranen over. Zij zeide, dat dit het laatste aandenken was, 't welk zij ooit van haar kind zou bezitten; dat geen andere gedachtenis haar zoo dierbaar zou zijn, daar dit voorwerp het laatst van het levende lichaam gescheiden was, voordat de vreeselijke dood was gekomen. Sommigen verhaalden, dat men nu en dan in de grot een verwijderd stipje licht zag flikkeren, en dat telkens, als dit te zien kwam, door een twintigtal mannen, die troepsgewijze door de holklinkende gangen liepen, een jubelkreet werd aangeheven, die telkens door wanhopige teleurstelling werd gevolgd.

   漫长的三天三夜过去了,令人焦虑,令人乏味,全村陷入绝望,茫然不知所措。没有心情干别的事,就连碰巧发现禁酒客栈老板私自藏酒这样令人震惊的事情,众人们几乎都没劲头。哈克清醒的时候,断断续续地把话题扯到客栈上,最后问道——心里隐约觉得会有最坏的事情——他发病期间,在禁酒客栈里是否找到了什么。

   Dus sleepten drie vreeselijke dagen en nachten hunne trage uren voort en de stedelingen vervielen welhaast in wanhoop. De toevallige ontdekking, onlangs gedaan, dat de eigenaar van de Matigheidsherberg in een bijgebouw sterken drank bewaarde, scheen het publiek nauwelijks te treffen, hoe verschrikkelijk de gebeurtenis ook zijn mocht. In een helder oogenblik gedurende zijne ziekte, bracht Huck schoorvoetend het gesprek op herbergen en vroeg eindelijk, met een vaag vermoeden van het ergste, of er sedert zijne ziekte ook iets in de Matigheidsherberg ontdekt was.

   “没错,是找到了点东西。”寡妇道。

   "Ja," zeide de weduwe.

   哈克一下子从床上吃惊地坐起来,眼睛睁得溜圆。

   Huck sprong met verwilderde oogen in zijn bed op.

   “是什么?找到了什么东西?”

   "Wat? Wat was het?"

   “是酒啊!——现在客栈被查封了。躺下来,孩子——你确实吓了我一大跳呀!”

   "Drank! En de herberg is gesloten. Ga stil liggen, kind;--gij doet mij schrikken."

   “就告诉我一桩事——就一桩事,求您了!那是汤姆·索亚发现的吗?”

   "Zeg mij slechts één ding--één ding als het u blieft. Heeft Tom Sawyer het ontdekt?"

   寡妇突然哭起来。“安静点,安静点,孩子,安静点!我早就跟你说过了,不要讲话,你现在病得很厉害,很虚弱!”

   De weduwe barstte in tranen uit. "Stil, kind, stil! Ik heb al meer gezegd, dat gij niet moet praten. Gij zijt zeer, zeer ziek."

   除酒之外,没发现别的东西。如果找到的是黄金的话,大家准会大谈特谈。足见那财宝是永远找不到了——永远找不到了!可是她为什么会哭呢?她居然哭,真是不可思议。

   Zoo! dus was er niets dan drank gevonden. Het zou wel eene groote opschudding gegeven hebben, indien het de schat was geweest. Dus was deze voor eeuwig verloren! Maar waarom zou zij schreien? Hoe vreemd dat zij schreide.

   哈克迷迷糊糊地想着这些问题,感到十分疲倦,就睡着了。寡妇自言自语道:

   Deze gedachten doorkruisten Hucks brein en onder de vermoeienis van het peinzen viel hij in slaap. Toen zeide de weduwe tot zich zelve:

   “唉,他终于睡了,可怜的孩子。是汤姆·索亚找到的!可遗憾的是没人能找到汤姆·索亚!更糟的是没有几个人还抱有希望或有力气去继续寻找他。”

   "Daar slaapt hij, de arme drommel. Tom Sawyer hem vinden! Gave God, dat iemand Tom Sawyer vond! Ach, er zijn er niet veel meer, die nog hoop en kracht hebben om met zoeken voort te gaan."